Banzaï Altaï!
Dit is het verhaal van twee maten uit Herentals die al aan hun zesde midlifecrisis toe zijn. Ze menen dat reizen helpt om de wereld beter te begrijpen. En of er wat te verstaan valt! Hoe komt het wij in Europa van Kazachstan niks afweten? Wat valt daar in de Kazachse steppe te beleven? Wat zijn de gevolgen van de Chinese heerschappij in Azië? Hebben ze deftig bier in Tsjetsjenië? Hoe doet de voetbalploeg van Tadzjikistan het? Waarom komt de naam Kirgizië van een woord in de Kirgizische taal dat ‘wij zijn met veertig’ betekent? En klopt het dat als je in Mongolië per ongeluk met je voeten die van een andere raakt, je elkaar direct de hand moet schudden?
Geef toe, als je de antwoorden op deze vragen weet, dan maak je het verschil tijdens een kwis bij de padvinders.
Oldskool
Helaas, het antwoord op deze intrigerende kwesties bleek niet te vinden in Herentalse herbergen De Zalm, Den Druyts of Den Beiaard, nochtans allen instituten waar de vaste tooghangers de wijsheid in pacht hebben.
Daarom zat er voor docent Frank Peeters en auteur en journalist Marc Helsen niets anders op dan het in die verre streken aan de mensen zélf te gaan vragen. Ze kozen ervoor om dat oldskool te doen. Ze rijden naar het onmetelijke Centraal-Aziatische binnenland met de motor, allebei met dezelfde nog wel: een Yamaha Ténéré 700.
Marc kwam in de buitensportzaak van mijn vrouw wat spullen ophalen. Hij zei dat hij naar Mongolië ging, met de motor. In het buitengaan, met de winkeldeur in de hand zei hij al lachend tegen mijn vrouw: ‘Zeg tegen Frank dat hij een motor koopt en dat hij mee rijdt.’ De week daarop heb ik een motor gekocht.
Reisroute
Beide heren wilden per se van thuis uit in de richting van het oosten vertrekken. Het mooie daarvan is dat je altijd maar verder het onbekende in rijdt. Na Duitsland, Oostenrijk en Italië gaat het via Slovenië, Kroatië, Albanië, Macedonië, Griekenland, Turkije en Georgië tot aan de Russische grens.
Het is misschien niet de tijd om door Rusland te rijden, maar het is in deze turbulente tijden de enige weg naar Mongolië. Een andere route gaat via Iran, maar die loopt dan dood in Afghanistan, waar je vandaag beter niet naartoe reist. Of via Turkmenistan, dat nog altijd zijn grenzen toe houdt. Net als Azerbeidzjan overigens, voor wie over land daar naartoe wil reizen. Of China, waar het administratief moeilijk is om met eigen motoren rond te crossen.
Mag een droomreis sneuvelen door stilaan wereldwijde ambras? Nee, vonden beide reizigers. Door Rusland dus, via het onmetelijk mooie en wilde massief van de Kaukasus en zo om de Kaspische Zee heen, tot in Kazachstan. Daarna volgt een parcours over de oude én de nieuwe Zijderoute: Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië, opnieuw Kazachstan, weer een stuk door Rusland en tenslotte Mongolië, het ultieme doel. Mongolië, met zijn eindeloze wolkenluchten, zijn arendjagers in het afgelegen Altaïgebergte en de Gobiwoestijn, en natuurlijk de gastvrije Mongolen zelf. Alles samen, zo’n 17.000 km.
Zoals gewoonlijk wil ik ginder ver eens gaan zien hoe ze het daar doen. En waarom zou ik daar naartoe vliegen, als ik er ook met de motor naartoe kan rijden? Waarom het gemakkelijk maken als moeilijk ook kan? Want gemakkelijk levert geen verhalen op.
Gaat het lukken?
Gaat het lukken? Het duo denkt, hun overtuiging gesterkt door een paar pilsjes in één van de hogervermelde estaminets, van wel. Onderweg wachten hoge passen, verraderlijke woestijnen, eindeloze steppen, de Russische douane, Tadzjiekse rovers, Mongoolse wolfshonden, zure kamelenmelk, cafés zonder bier en platte banden.
Via deze blog kan je het avontuur in woord en beeld volgen. Over hoe de twee allicht in valkuilen zullen donderen die ze meestal zelf gegraven zullen hebben, maar er ongetwijfeld ook weer uit zullen kruipen om dan opnieuw een etappe verder te rijden richting het beloofde land: Mongolië.
Or bust. Komt dat zien! (En lezen!).
UItwuiven?
Om acht uur ’s morgens mee ne kaffe in de Zalm om er dan twee te zien vertrekken en dan zelf te blijven zitten….ik denk het ni!
Is er ook al een plan langs waar ge terugkomt…..Wanneer?
Om acht uur ’s avonds mee een pint in de Zalm om de straffe verhalen te aanhoren…dat zie ik eerder zitten.
Mooi opgebouwde blog! Proficiat aan het blog-team.
Merciekes, Jules!