Kotsj Agatsj

Cruisen door Siberië

Onze laatste avond in Semey dineren we in The Loft. Mocht u ooit eens in Semey verzeilen, ga dan eten in The Loft. Prima service en uitstekende keuken. En doe de groeten aan een vrouwelijke kelner die Aka heet. 

Bij het buiten rijden van Semey kruisen we de Irtysj Rivier en vanaf dan gaat het over goede wegen naar de grens met Rusland. Niet ver buiten de stad passeren we een luchtmachtbasis, waar de MiG’s van de Kazachse luchtmacht voor hun individuele bunkers in de zon staan te blinken.

Vanaf hier verandert het landschap. Het lijkt wel of we door de Kempen rijden, met dennen en berken links en rechts van de weg en zandduinen. Af en toe zien we ook vennen.

Motorrijders met oude en nieuwe techniek in Siberie
Motorrijders met oude en nieuwe techniek in een Kempisch landschap


Blut

Aan de Russische grensovergang is amper verkeer. De Kazakse douaniers hebben het met ons vooral over het Belgische voetbal: “Wij zijn grote supporters van de Belgische ploeg!” Dus alstublieft, Rode Duivels, blijf winnen! Geen geklungel meer zoals tijdens het laatste WK Voetbal, of wij geraken nergens meer binnen een deftig tijdsbestek over de grens.

Bij de Russen gaat de grensovergang ook vlot. Ze geven ons zelfs geen inklaringsformulieren voor onze motoren mee.

Omdat de grensovergang zo verlaten is, treffen we er ook geen geldwisselaars en zo komt het dat wij zonder roebels door Siberië scheuren. Omdat westerse kredietkaarten sinds de oorlog hier ook in de ban zijn gedaan, moeten we dus iets verzinnen. Gelukkig heeft Frank nog zijn Russische kredietkaart op zak. Die heeft hij bij onze vorige doortocht door Rusland, in Astrachan, bij een bank geregeld en daar staat nog net genoeg geld op om net 100 km over de grens te kunnen tanken en een hotel te betalen. Die plek om te slapen vinden we in een splinternieuwe superette, waar ze ook kamers verhuren. Binnenin is er ook een pizzeria en dus staat niks een zorgeloze avond in de weg.

Maar de volgende dag is het geld na ons ontbijt écht op en dus rijden we volledig blut naar Barnaul. Dat is een grote stad in Siberië (600.000 inwoners) en Frank heeft op zijn smartphone een bank gevonden die op zondag open is. Hij markeert de vestigingsplaats op zijn gps en rijdt er vervolgens feilloos naartoe. De bank is gevestigd in een grote, nieuwe mall, een megasupermarkt. Het lijkt wel een taksvrije winkelcomplex op een grote luchthaven, met al die luxe merken die hier alleen betaalbaar zijn voor rijke Russen.

In haar kantoor deelt de vriendelijke bankbediende mij mee dat ze geen dollars kan wisselen, maar dat er een ander kantoor van haar bank is dat dit wel doet. “Zes km verderop”, zegt ze. 

Daar kijken ze er even van op dat twee westerlingen binnen struinen en met dollars wapperen, maar de verrichting is zo gebeurd.

De Siberische stad Novosibirsk – de derde grootste stad van Rusland – ligt niet zo ver meer weg, maar vanaf Barnaul draaien we definitief weer naar het oosten. Naar onze eindbestemming, Mongolië. Spoedig kruisen we de machtige rivier de Ob, degene die u altijd in het kruiswoordraadsel van de gazet moet invullen. De Ob is de langste rivier van Rusland. 

Moeilijke keuze: Novosibirsk of Tsagaannuur (Mongolië)
Moeilijke keuze: Novosibirsk of Tsagaannuur (Mongolië)


Enigmatisch Rusland

Vanaf Barnaul loopt er een perfecte autostrade de eerste 100 km richting Biejsk. Overal langs de weg zijn de velden nu bewerkt. We zien zonnebloemen, bieten, graan, … Er is erg veel verkeer, allemaal mensen die op zondagmiddag terugkeren van hun weekend in de Altai. Ze rijden veelal met Japanse en Koreaanse auto’s, maar ook met Ford en een zeldzame Renault. Vaak zijn dat SUV’s. We zien nieuwe Landcruisers en af en toe een Land Rover. Een Porsche of BMW valt er op Russische wegen niet te bespeuren. Die liggen nu eenmaal te laag. Want draai je van de autostrade links of rechtsaf, dan rijd je al snel op een gravelroad

Kosj agash met de mooiste Russische camionette, de "Bukhanka"
De mooiste Russische camionette: de “Bukhanka”


Frank is ondertussen helemaal weg van Rusland. Hij vindt het land en de mensen geweldig. “Een vrij land”, zo meent hij. “En allemaal brave mensen.” 

Ik probeer bij zijn lofzang niet aan Oekraïne te denken. Maar ik begrijp zijn enthousiasme. Reizen in Rusland is erg gemakkelijk. Alles is er zeer praktisch geregeld, zelfs zonder de taal te beheersen vallen de meeste zaken hier direct in de plooi en neem het van mij aan: in Siberië zijn de Ruski’s warmhartig. Hoe vaak moeten wij niet de hand drukken van mensen die zich belangstellend afvragen waarvan wij komen en, als ze dan de naam België horen, hun waardering uitspreken voor de verre afstand die wij al met onze motoren overbrugd hebben. 

Dat is altijd oprecht gemeend. Aan een tankstation komt er een vrouw van middelbare leeftijd op mij af. Ze vraagt zich waar onze nummerplaat op slaat. “Bélgia”, zeg ik, want zo klinkt de naam van ons onooglijke stukje grond in het Russisch. Er verschijnen kraaienpootjes aan de ogen van deze dame en dan krijg ik van haar spontaan een knuffel. Ik zweer het je, mensen verstaan elkaar op de hele wereldbol zonder woorden. En deze korte omhelzing vertelt mij meer over wie deze vrouw is en wat zij mij toewenst dan een hele uitleg in het Russisch.

Frank merkt tussendoor op dat de nieuwe Russische steden erg op de de Amerikaanse gelijken. Dat klopt: overal hangen bijvoorbeeld Russische vlaggetjes langs de straten, net als in de VS, en de commercie langs de brede lanen ziet er in beide landen precies hetzelfde uit: de Boomse Steenweg in het kwadraat.

Staatsfabriek van zeugen
Reclame voor staatsfabriek van zeugen


Kartoffel fri (картофель фри)

Je vraagt je af: als die twee dan qua beleving van het ongebreidelde kapitalisme toch zo erg op elkaar lijken, waarom maken ze dan zoveel ambras? Reizend in Rusland, zeker hier in dit deel van Siberië, waar de meeste mensen en dingen er net zo uitzien als bij ons in Europa, vraag ik me af waarom Rusland het over de afgelopen honderd jaar zo moeilijk heeft gehad zich nader tot Europa aangetrokken te voelen. Als je dezelfde producten gebruikt, de westerse tv-series en muziek kopieert, veelal dezelfde dingen eet en drinkt, massaal Europees bier en Europese wijnen importeert, dezelfde sporten beoefent, klassieke muziek en literatuur hoog inschat, wetenschap op hoog niveau beoefent, en masse dezelfde mode en schoonheidsidealen volgt én het woord voor friet is bovendien kartoffel fri, dan hoor je toch tot de Europese cultuur? Of niet? Waarom wordt de kloof alsmaar groter? Als Rusland, zoals wordt voorspeld, straks ook nog een eigen internet creëert, dan is de manipulatie compleet en leeft Rusland in zijn eigen, zelf gecreëerde universum.

De Russische bevolking verdient mijns inziens beter. Beter dan het enge nationalisme, de door het regime opgeklopte haat tegen het ‘decadente’ Westen, tegen iedereen die anders is of denkt. Beter dan het afschaffen van de persvrijheid, compleet met het vermoorden van journalisten en het vergiftigen, uit het raam of in de gevangenis gooien van politiek andersdenkenden – vraag het aan Aleksej Navalny. Beter dan de marche en arrière wat betreft vrijheden waarvan de mensen in de écht vrije wereld wel kunnen genieten.

Het altaigebergte in Siberie
Het Altaigebergte in Siberie


Hier in het verre Siberië, in de dorpen van de Altai, waar veel kazernes zijn, zie je overigens opvallende affiches in het straatbeeld opduiken: ze werven vrijwilligers voor het Russische leger. Het Kremlin gaat daarin ver: nieuwe soldaten krijgen een maandloon tot 204.000 roebel aangeboden, dat is 2.000 euro. Een fortuin in Rusland. Hoe verder van Moskou, hoe naïever de jongelui? Het is hier dat Poetin zijn soldaten ronselt om in Oekraïne te gaan vechten.

Recruteringsaffische
Recruteringsaffiche


De soldaten van Biejsk

We komen bij valavond aan in Biejsk, ooit gesticht door tsaar Peter de Grote als een fort om de grenzen van het Russische rijk te beschermen. Je ziet nog aan alles dat Biejsk ooit een frontiertown was en eigenlijk nog altijd is. Er staan een paar historische gebouwen uit de 19de eeuw, er zijn de restanten van het fort en er zijn amper auto’s op straat. Biejsk is nog altijd een vergeten stadje in Siberië. 

We vinden een prima hotel in het stadscentrum, met een aanpalend restaurant, dat ingericht is als een Duitse bierkelder, inclusief foto’s van de Münchener bierhalle en de Oktoberfeesten. De muren zijn behangen met Brabantse taferelen: het behangpapier geeft de Boerenbruiloft van Breughel weer en in de bekende kamer ook zijn amusante schilderij met de volksspelen. Welke Duitser zou hier ooit verloren zijn gelopen? Een ontsnapte uit een strafkamp?

Biejsk telt vandaag 200.000 inwoners en ligt op 3.000 km van Moskou. Het historisch stadscentrum telt er veel minder, het heeft de grootte van pakweg Geel. Tijdens mijn wandeling door de stad bots ik op een oorlogsmonument dat alle verbeelding tart: op drie enorme zwartmarmeren herdenkingsplaten zijn niet minder dan 9.772 namen gebeiteld. What the … ??

Oorlogsmonument in Biesjk


Tijdens WOII werden vanuit Biejsk 26.456 mensen naar het front gestuurd, waarvan er 9.772 nooit terugkeerden. Vanuit één stad! Als je weet dat het aantal gewonden in oorlogssituaties doorgaans ongeveer even groot is als het aantal doden en vermisten, dan kan je de rekening wel maken.

In Biejsk, 3.000 km achter de frontlijn, werden tijdens WOII overigens 23 ziekenhuizen gebouwd. Er werden daar 200.000 gewonden verzorgd. Dat alleen al geeft een beeld van de immense verliezen die de Russen dienden te incasseren alvorens de overhand te halen.

Oorlogsmonument Biesjk
Oorlogsmonument Biejsk


Na mijn bezoek aan deze even ontstellende als ontnuchterende herdenkingsplaats, ga ik nog eens de mooie kerk van de Heilige Drievuldigheid binnen, waar een paar vrouwen te rade gaan bij een priester. Achteraan de kerk zijn twee enorme kachels in de muur ingemetseld.  Die moeten in de Siberische winter hun warmte  uitstralen over de gelovigen. Want hoe mooi de zomer hier ook is: de realiteit van Siberië is anders. Zeven maanden lang sneeuw en ijs, met temperaturen tot – 40 °C. Anders zou verbanning naar Siberië een vakantie bij de Club Med zijn.

We nemen afscheid van Biejsk met een diner in het hotelrestaurant. “U moet smetanik als dessert nemen”, bezweert de vrouwelijke kelner mij. Omdat je nooit de goede raad van een vrouw in de wind mag slaan, bestel ik het onmiddellijk. De smetanik arriveert vijf minuten later. Het is een gebakje, belegt met kersen en daarop zure room. Voortreffelijk. Maar daarbovenop heeft de kok een velletje bladgoud gelegd. Dat gaat er vlot mee in. In Biejsk! Denkt u nu ook spontaan aan al die dikke nekken – meestal voetballers – die ergens in de Emiraten of Turkije een met bladgoud belegde steak van een nepkok gaan eten en daarvoor degoutant veel geld betalen? Yep. Kostprijs van de smetanik in Biejsk: 450 roebel, zijnde 4,5 euro.

Siberië, je kan je hier echt rijk eten.

Biejsk
Eén van de brede lanen in Biejsk


2 gedachten over “Cruisen door Siberië”

  1. Iets wat reizen zo bijzonder maakt: de nieuwe gebruiken, de andere natuur, dikwijls ver terug in het verleden terechtkomen … En toch vaststellen dat mensen min of meer overal gelijk zijn. Uitgezonderd dan een handvol bietekwieten die het fijn vinden om onrust te stoken. 😬

  2. Fam.Schelfthout

    Bedankt opnieuw voor de verhelderende reportage en een stukje dagelijks leven in Siberië. Over de verschillen tussen onze “westerse” zeden en gewoonten en de politieke instellingen en het gedachtengoed in Rusland heb ik zo mijn eigen mening. Nergens op deze aardkloot is het rozengeur en maneschijn: zolang er mensen zijn zullen we moeten leven met andere manieren van leven en meningsverschillen die ellende veroorzaken.

    Jullie trip naar het oosten bewijst eens te meer dat de gewone burgers overal hetzelfde zijn … met al zijn pro’s en contra’s. Uit alle berichten lees ik over de vriendelijkheid, de hulpvaardigheid en vooral de eerlijkheid van de lokale bevolking. 
    “Leer eerst de mens en zijn leefmilieu persoonlijk kennen alvorens te oordelen!!!”: dat kreeg ik van mijn vader mee en hij was een wijs en nederig man. Jullie reis is daar een wonderlijk goed voorbeeld van!

    Marc, ik ben zo danig in de ban van jullie reportages dat ik jouw boek “De Grote Trek” (uitgave 2001, 2e druk) nog eens van onder het stof heb gehaald. Ik begon met het 1e traject “Trans-Siberische Express Keulen-Ulaanbaatar” en ben ervan overtuigd dat de rest ook nog eens, voor de zoveelste keer, zal gelezen worden. Jouw prettig gestoorde verhaalstijl is niks veranderd. 🤗🤗

Reacties zijn gesloten.

Scroll naar boven