Ik had gezworen nooit nog een poot in Karakalpakstan te zetten, de depressief makende regio rondom het Aralmeer, die grenst aan Kazachstan. Toen ik er in 2003 passeerde om verhalen op te tekenen voor mijn boek over de Zijderoute en er reportages schreef over de milieuramp die het Aralmeer door menselijke domheid had getroffen, was ik er zeker van dat ik de lelijkste plaats ter wereld had ontdekt en met voorsprong de meest afschuwelijke om in op te groeien.
Het trieste lot van Moynaq
Twintig jaar later is dat nog niet veranderd. Enigszins bekomen van de aanslag op ons gestel die de route tussen Beynau en Kungrad heeft teweeggebracht, zijn Frank en ik vanuit Kungrad op weg naar het voormalige vissersdorp van Moynaq, dat ooit aan de oevers van het Aralmeer lag en een bloeiende visindustrie kende. Tot 1979. Toen was het gedaan met vissen, want het meer was toen al zodanig gekrompen en opgedroogd, dat de vissersboten honderden meters van de vloedlijn in het zand van de steppe lagen. Ze zouden het water nooit meer onder hun kiel voelen, want vandaag liggen ze er nog altijd, eenzaam en verroest. Alleen liggen ze nu niet meer op honderden meter, of zelfs tien kilometer van het water. Ze liggen midden in een oceaan van zand. Want er is helemaal geen water meer.
Het verdwijnen van het Aralmeer, het vierde grootste meer ter wereld en destijds 68.000 vierkante kilometer groot, is daarmee één van de grootste milieucatastrofen ter wereld en ze is helemaal door de mens veroorzaakt. Die mens was geboetseerd door het Sovjetideaal en had zich voorgenomen ongebreideld gebruik te maken van wat de natuur schenkt, totaal rücksichtslos en zich niet bekommerend om de gevolgen van zijn menselijke hebzucht.
Drainage
Kort samengevat: de Russen draineerden vanaf de jaren dertig de Amu en de Syr Daria, de rivieren die het Aralmeer vanaf het zuiden en het noorden van water voorzien, zodanig hard om ver weg in de steppen nieuw aangelegde katoen- en rijstvelden te bevloeien, dat er niet genoeg water in de rivier meer over bleef om het meer afdoende te bevoorraden. Ooit was het diepste punt 69 m onder de waterlijn, maar vanaf de jaren zestig ging het waterpeil snel omlaag. Met snel bedoelen we: van een halve meter tijdens de jaren zestig tot een meter in de jaren tachtig. Het water werd zelfs voor de meest geharde vissoorten te zout. Eindresultaat: vandaag is 90 procent van het meer foetsie. Alleen in het noorden, op het grondgebied van Kazachstan, is er nog een stukje meer over. Dat werd tijdelijk gered dankzij de bouw van een enorme dam, maar wetenschappers zien het ook daar in de nabije toekomst verdwijnen. De rest is nu de Aralkumwoestijn. Pogingen van Kazachstan en Oezbekistan om het meer weer te reanimeren hebben tot dusver allemaal gefaald.
Agent orange
Niet alleen gingen door de ramp 40.000 banen verloren, maar door het uitbundig gebruik van pesticiden is ook de hele regio vergiftigd. De Russen schroomden er zich zelfs niet voor om ontbladeringsmiddelen zoals het beruchte Agent Orange te gebruiken. Dat is hetzelfde goedje dat de Amerikanen tijdens de Vietnamoorlog gebruikten, om de jungleroutes van de Vietcong beter te kunnen blootleggen. De Sovjets gebruiken het vaak om over katoenvelden te sproeien. Want katoen plukken zonder bladeren aan de plant ging nu eenmaal beter vooruit.
Het resultaat was tijdens de eeuwwisseling goed zichtbaar in een ziekenhuis in Nukus dat ik toen bezocht. De dokters legden uit dat veel vrouwen van de ruime regio rond het Aralmeer vaak te vroeg hun kinderen ter wereld brachten en dat ze tienmaal meer kans op keelkanker hadden dan elders in het land. De kindersterfte is er tot vandaag nog altijd één der hoogste ter wereld. De regio heeft hoge ratio’s aan long- en nierkanker en er is een gebrek aan drinkwater. En wat er uit de kraan komt, is vaak bruin en brak: dat konden we zelf merken in ons hotelletje in Kungrad.
Het braakland dat op die manier werd gecreëerd zorgt tot vandaag voor wereldwijde problemen, want het opwaaiende zout en het stof dat van de oorspronkelijke meerbodem wordt weggeblazen, zit vol pesticiden en andere chemische rommel. De neerslag ervan – zo’n 75 tot 80 miljoen ton – is te zien tot in het noordpoolgebied.
Alles nieuw
Het is dus naar deze onheilsplek dat ik opnieuw op weg ben, ditmaal met een motor. De weg ernaartoe is 85 km lang en zit opnieuw regelmatig vol gaten. Wanneer we de ligplaats van de boten eindelijk vinden, is het zo heet dat we amper de tijd kunnen nemen om behoorlijke foto’s te maken van het schroot.
In een bescheiden museum zien we een interessante zwartwit-film over hoe het vroeger was en hoe de teloorgang van het meer de vissers uit hun huizen dreef. Zonder baan en zonder geld moesten ze het maar zien te redden.
Van het troosteloze dorp Moynaq met zijn leegstaande huizen, zoals ik het in 2003 aantrof, is vandaag niet veel meer te zien. Moynaq is volledig herbouwd. Banken, winkels, restaurants, gebouwen van de metaalindustrie en appartementen voor de arbeiders ervan herinneren nauwelijks nog aan de achterliggende ramp. De overheid heeft geprobeerd om van een van de grootste milieurampen een toeristische attractie te maken.
En dat is ze blijkbaar gelukt: twee zotten uit de Kempen rijden er helemaal naartoe om er bij 42 graden Celsius eens een kijkje te nemen.
Ik vind geen vrolijke noot of boodschap om hier neer te typen.
Is het de manier waarop je het vertelt, of is het omdat ik besef dat de manier waarop we met de wereld omgaan zo schrijnend is?
En we willen het maar niet leren. Daarnet nog even gaan varen op de Mark, het riviertje achter mijn tuin. Verschillende dode en verzwakte eenden passeerden de romp van de kano … Ook hier sluimert er onzichtbaar gif.
Intriest.
Helemaal eens, Witte. Ook ik werd stil en droevig van deze lectuur.
Toevallig stond de film “Dark Waters” gisteren geprogrammeerd op NPO2, dus op de dag waarop dit blogartikel verscheen. Een zoveelste aanklacht tegen multinationale monsters als DuPont (+ Monsanto + 3M + Ineos + vulmaaraan), die onze Moeder Aarde verder blijven vergiftigen.
Ik heb de film deze keer aan me laten voorbijgaan, omdat ik me de mokerslag herinnerde die de eerste kennismaking teweegbracht een jaar of 2 geleden.
En op 1 dag 2 confrontaties met milieurampen van dergelijk allooi: wie krijgt dat nog verwerkt?
Ook dit verslag bewijst dat jullie niet bezig zijn aan een plezierreisje. Maar toch genieten jullie ervan …
Het is een variatie van ontdekkingsreis, oorlogsverslaggeving, geschiedenis en avontuur. De ervaring die Marc als wereldreiziger meebrengt weerspiegelt zich in elke aflevering. Mooie fotografie … maar teloorgang van het Aralmeer … Droevig onderwerp!
Groetjes 😋
Relaties
Gesprekspartners
Andrej: Minister van Openbare Werken
Pjotr: Herentalsenaar met connecties in hogere kringen
Sergej: Douanebeambte
A: Hallo.
P: Andrej, de Pjotr hier. Zeg, hadden wij niet afgesproken dat we de weinige potentiële toeristen zo goed mogelijk zouden ontvangen, bejegenen en begeleiden?
A: Zeker, zeker en dat doen we toch!
P: Gij zij goe gij! Pas een verslag onder ogen gekregen van twee Belgische motorrijders, en niet van de minste. Die mannen hebben naar eigen zeggen en met overtuigend bewijsmateriaal hun leven meermaals geriskeerd op de zogezegde autoroute du soleil van Beyrau naar Kunrad. Soleil was er meer dan genoeg, maar geen autoroute!
A: Ja, sorry, sorry. Kan ik dat nog goed maken?
P: Als ge godverdomme linea recta, onmiddellijk en onverwijld naar de Sergej van de douane belt met de dwingende opdracht dat die mannen voor de rest van hun reis gerust gelaten worden. En die rotbaan moet in orde gebracht worden voor de volgende nieuwe maan. Hedde da goe begrepen, Andréke?
A: Zeker mijnheer Pjotr, komt in orde mijnheer Pjotr, tot uw dienst en orders mijnheer Pjotr.
P: Ge kunt zien dat da allemaal snel geregeld wordt of ik zal eens een telefonneke doen naar de Vladi en die heeft pas nog bewezen dat hij met een timer van een maand drones in uwen hof en nek kan laten vallen.
Aan Marc en Frank: groetjes van de Pjotr en zijn Christina.