Zou er één stad op de wereld zijn waar zoveel bloed werd vergoten op enkele tientallen vierkante kilometer als Stalingrad, vandaag Wolgograd?
Daaraan denk ik als ik in gezelschap van een gids, die de oorlogsgeschiedenis van de stad en zijn monsterlijke slag goed kent, de 200 trappen bestijg die naar de honderd meter hoge en daarom strategisch erg belangrijke heuvel van Mamajev Koergan leidt. Het zijn er 200 omdat de slag 200 dagen duurde.
Wie deze trap beklimt, nadert steeds dichter bij het even kolossale als vreeswekkende beeld in gewapend beton van ‘Moeder Rusland’, die oproept tot de strijd. De boodschap is duidelijk: niemand zal Rusland tarten, of de gevolgen zullen verschrikkelijk zijn.
Ik besef dat wie de ziel van Rusland wil begrijpen hier moet zijn geweest om de Russen eer te zien bewijzen aan de gigantische oorlogsinspanning van zijn soldaten en burgers tijdens de Tweede Wereldoorlog en het daarmee gepaard gaande leed en de enorme verliezen: twintig miljoen Russen overleefden WO II niet. Alleen al in Stalingrad lieten zowat 750.000 Russische soldaten het leven. Vijfendertigduizend ervan liggen onder het 82 m hoge beeld van De Moeder met haar 33 m lange stalen zwaard. In massagraven van duizend man. De rest – ten minste diegenen waarvan ze het stoffelijk overschot terugvonden – ligt op een enorm kerkhof elders in de stad.
De Duitsers verloren in Stalingrad 740.000 man, waaronder een heel leger, het 6de Leger van veldmaarschalk Friedrich von Paulus. Van zijn 330.000 soldaten schoten er bij de overgave op 2 februari 1943 nog 110.000 over, die in krijgsgevangenschap gingen richting Siberië. Daarvan zouden er weinigen Duitsland terugzien: 6.000 om precies te zijn.


‘Geen stap terug’
Tijdens de strijd zouden de Duitsers Stalingrad bijna helemaal in handen krijgen, maar de Russen wisten stand te houden op een kleine pocket in de stad, met hun rug tegen de Wolga. Een ‘eilandje’ van 400 m breed en 700 m lang. Versterkingen konden alleen ‘s nachts over de rivier worden aangevoerd, net als de gewonden die over de Wolga dienden te worden afgevoerd. “Soms werden ze gewoon op een vlot gelegd en losgelaten, in de hoop dat iemand zich op de andere oever over hen zou bekommeren”, zegt onze gids Vladimir.
Dat de Russen het wonder boven wonder uithielden had wellicht ook te maken met het beruchte order nr. 227. Dat luidde: ‘Geen stap terug.’ Wie dat toch deed kon worden doodgeschoten door de eigen Russische partijcommissarissen.
“Je kon dus kiezen”, zegt Vladimir: “sterven onder Duitse kogels en een held worden en je familie thuis ondersteund weten, of sterven onder Russische kogels en als een lafaard en een verrader gebrandmerkt worden. En thuis geen roebel steun krijgen.”
Ganzenpas
De beeldengroepen die ons naar het enorme beeld van Moeder Rusland leiden, staan bol van symboliek. Bovenaan is er om het uur een wisseling van de wacht. Dat mag slechts door een paar speciaal daarvoor opgeleide regimenten worden uitgevoerd.
Honderden mensen, bijna allemaal Russen, wonen het elke dag opnieuw bij. De soldaten die de wacht wisselen stappen daarna in een trage ganzenpas helemaal rond een enorme hand, die op de bodem van de erehal van gevallenen een brandende fakkel vasthoudt. De hand lijkt uit een graf te komen en de fakkel door te geven. Door een gat in de Romeinse koepel van de hal zie je nog net het enorme zwaard van De Moeder.
Ik kan u verzekeren dat het meer dan indrukwekkend is. Tijdens de wisseling van de wacht en de bijbehorende parade, kan je er een speld horen vallen. Op de achtergrond weerklinkt ondertussen ‘Träumerei’ van de Duitse componist Robert Schumann.

Zjoekov
Op de muren van de hal hangen marmeren plakkaten met daarop de namen van duizenden gesneuvelden. “Onderaan elke plakkaat is er ruimte opengelaten om namen bij te schrijven”, zegt Vladimir. “Elk jaar nog vinden ze nieuwe overblijfselen van soldaten, Russen zowel als Duitsers.”
Tijdens de slag verwisselde de heuvel van Mamajev Koergan herhaaldelijk van kamp, soms wel een paar keer tijdens één dag, zo hevig werd er om gevochten. Uiteindelijk kregen de Duitsers hem in handen.
Op het groene grafveld van Mamajev Koergan is er vandaag ook plaats voor de grote generaals en soldaten die bijzondere heldendaden verrichtten; sluipschutters die honderden Duitsers overhoop schoten bijvoorbeeld. Maarschalk Georgi Zjoekov, die Stalingrad wist te behouden en het Rode leger later tot helemaal in Berlijn bracht, ligt op de top van de heuvel begraven. Het was zijn wens om niet in Moskou te worden begraven, maar ‘tussen mijn soldaten in Stalingrad.’
De opa van Vladimir vocht ook in Stalingrad en overleefde het. “Hij zei er amper iets over, behalve dat het heel hard was”, zegt de gids. “Eenmaal per jaar deed hij zijn ere-uniform aan en kwam hij hier op Mamajev Koergan naar de plechtigheid. Soms deed hij dat ook op 9 mei, toen voor ons de oorlog eindigde.”
Ik kijk nog één keer om naar het monument. Op de uren van de erehal staat: “De fascisten wilden de Wolga zien. Het Rode Leger gaf hen die kans.”


Held
Vladimir neemt ons nog mee naar beroemde sites als de tractorenfabriek, de Militaire Fabriek en de fabriek van 5 Oktober. Telkens horen er heroïsche verhalen bij van tijdens de slag. Zoals dat van de marinier die een Duitse tank tegenhield bij de poort van de fabriek. Hij had alleen nog een paar molotovcocktails ter beschikking. Toen hij er eentje wilde gooien, trof een Duitse kogel de fles benzine in zijn hand en hij stond meteen in lichterlaaie. Toch slaagde hij erin, brandend als een toorts, een andere molotovcocktail te gooien op het koelrooster boven de motor van de tank, die daardoor zelf in een vuurzee verging.
Marinier Michail Panikacha was amper drie dagen eerder, op een warme septembernacht in 1942, bij de oostoever van de Wolga aangekomen. Op 1 oktober lag hij in een loopgraaf bij de staalfabriek Rode Oktober toen een Duitse tank op zijn stelling en de fabriek afrolde. Het offer dat hij bracht was gesneden koek voor de Russische propaganda, en al snel werden frontsoldaten in pamfletten aangespoord om zijn voorbeeld te volgen.
Panikacha was het soort soldaat dat het Rode Leger nodig had.
Vrijheid
We raken met onze gids aan de praat over andere zaken. Vladimir zelf ontsnapte tijdens zijn dienstplicht ternauwernood aan een missie in Afghanistan. Hij is vierkant tegen de oorlog in Oekraïne. “Wat doen we daar? Alsof de problemen in Rusland niet groot genoeg zijn, vergooien ze daar ons belastinggeld. We hebben de oorlog al verloren en onze reputatie is voor tientallen jaren beschadigd. En dat allemaal door Poetin en zijn kliek uit St.-Petersburg.” Er volgt een diepe zucht.
De gids stuurde zijn kinderen naar de VS en Spanje. “Ik wil dat ze in een vrij land leven, niet onder een dictatuur. Ik wil dat ze kunnen zeggen en lezen wat ze willen. Dat kan hier niet. Vandaag moet je zien wat je zegt in het bijzijn van onbekenden.” Zelf is Vladimir goed geïnformeerd: “Op mijn smartphone lees ik de Amerikaanse kranten. Wie in Rusland wil weten wat er gebeurt in Oekraïne, weet het.”
Dat sommigen ervoor pleiten om de naam Wolgograd opnieuw te veranderen in Stalingrad?
“Wat hebben we daarbij te winnen?”
Ik was gisteren met familie “op verplaatsing”: een dagje “trappen” in de Ardennen.
Blij dat ik jullie intriest verhaal ’s avonds niet gelezen heb …
Het zou onze prachtige dag wellicht verpest hebben.
Toch goed dat dergelijke gruwel niet vergeten wordt … maar bijleren is niet aan de orde. 😢
Ik was net bezig met het uitsteken van wat russen in mijn tuin, toen de piep van een nieuw verhaal binnenkwam. Ik zet me even op een bankje naast de kippenren en mijn kippen komen bij me zitten. Mensen kunnen toch kiekes zijn, zeg ik nog tegen ze, elkaar zo met bommen en granaten roosteren. Plots gingen de kippen er vandoor. Wss had ik dat laatste woord wat te luidop gezegd. Enfin die soldaten nemen wel grote stappen, maar ze schieten niet echt op hé. 😁
L’histoire se répète
U las die titel al eens eerder van onze reizigers en die was toen zeer toepasselijk bij een blijkbaar zeer geslaagd doorzakavondje. In hun laatste bijdrage zag ik na het lezen van de verschrikkelijke geschiedenis van Wolgograd een opvallende gelijkenis tussen de quasi irreële en zeker ook irrationele vastberadenheid van de toenmalige Russische verdedigers van de stad en die van de huidige Oekraïners. In elke nieuwsflash is immers te merken hoe rotsvast zij in een uiteindelijke overwinning tegen grote broer blijven geloven.
Aangegrepen door de bijdrage over Tsaritsyn (benaming van 1598 tot 1925), Stalingrad (1925-1961), Wolgograd (vanaf 1961) dook ik terug in mijn boeken over WO II voor een hernieuwde kennismaking met een van de bloedigste veldslagen uit WO II. Ook al was de voorbereiding al lang bezig (er was trouwens al een Duitse, weliswaar grotendeels mislukte, aanval op Russisch grondgebied geweest in 1941), de eigenlijke strijd situeerde zich tussen 23 augustus 1942 en 2 februari van het daarop volgende jaar. Uiteraard was het de bedoeling om Rusland definitief op de knieën te krijgen, maar in eerste instantie was het de Duitsers om de olievelden van Grosny en Bakoe te doen. Verder zou ook het communisme worden uitgeroeid.
Wat er zich in die tijdspanne heeft afgespeeld tart elke verbeelding, maar is ook en vooral een bewijs dat een gewond dier zeer gevaarlijk is. Ik parafraseer uit ‘Oorlogen van de twintigste eeuw’ (Elsevier Nederland 1976), ‘Stalingrad’ (Geoffrey Jukes, 1968) en ‘7000 jaar wereldgeschiedenis’( Columbus Verlags AG, 1977).
Generaal von Paulus’ Zesde Leger drong op 23 augustus de buitenwijken van Stalingrad binnen om de West-Europese Blitzkrieg nog even ‘snel’ over te doen. Duizenden, meestal houten, woningen werden door een verpletterend luchtoffensief verwoest. Von Paulus dacht dan ook dat de stad zich snel zou overgeven, maar er was onder de bevolking een stemming ontstaan (vergelijk met Oekraïne) waarin men weerstand tot het uiterste wou bieden. Op elke denkbare plaats werden met gebruikmaking van alle puin barricaden opgericht zodat een snelle opmars van de vijand kon worden vermeden. Elk huis was op die manier omgevormd tot een fort, elke straat tot een vestinggordel. Paulus bleef aan de buitenkant steken en bleek niet sterk genoeg om de stad in te nemen. En alhoewel (zie het artikel van onze vrienden) het verlies aan mensenlevens, zeker na volgende onophoudelijke luchtaanvallen, verschrikkelijk was en een groot deel van de stad in Duitse handen kwam, zou ‘Zjoekov’ (de man die later Berlijn innam) uiteindelijk zegevieren, ook al had die zege veel weg van een pyrrusoverwinning.
Bedankt mannen dat we jullie niet alleen in 2023, maar tevens doorheen de geschiedenis kunnen volgen!