Mtskheta. Als u het van de eerste keer correct kan uitspreken, trakteren wij u een pint. We logeren vlakbij Sveti Tskhoveli, de kathedraal van de Twaalf Apostelen. De kathedraal is duizend jaar oud. Ze is op haar beurt gebouwd op een koningspaleis, waar een deel van de mantel die Christus droeg tijdens zijn calvarietocht naartoe zou zijn gebracht. Dat gebeurde kort na zijn dood door Elias, die bij de kruisiging aanwezig zou zijn geweest en de mantel naar zijn thuisstad bracht.
Tot daartoe. Maar nu wordt het pas echt straf. De zuster van de Elias was Sidonia (probeer niet te denken aan Suske en Wiske). Zij stierf van pure emotie toen ze een stuk van de mantel in handen kreeg. Ze had er zich zo sterk aan vastgeklampt dat ze samen met het kledingstuk moest worden begraven op de plek waar nu de kathedraal staat.
Na het eerste, houten kerkje uit de vierde eeuw – Georgië bekeerde zich in 337 tot het christendom – dat werd gemaakt uit het hout van een enorme ceder die uit het graf van Sidonia opschoot, werd op dezelfde plek in de 11de eeuw de huidige kathedraal gebouwd. Tot op de dag van vandaag krijgt ze veel bezoek van gelovige Georgiërs.


Bijstand
In de kathedraal, die Unesco-werelderfgoed is en tevens een van de belangrijkste in Georgië, heerst een gewijde stilte. Mensen branden kaarsen voor de belangrijkste iconen in de kerk, dat van de heilige maagd voorop. Ik zie een grootmoeder die de vingers van haar rechterhand kust en ze op elk icoon legt in een door kaarsen verlichte apsis. Groot en klein kust de iconen van de kerk, het is soms ontroerend om te zien hoe de Georgiërs hier bijstand komen afsmeken voor de pech die hen trof, of het leed in hun leven. Monniken praten met bezoekers en leggen hen soms de hand op.
In het koor overschouwt een enorme afbeelding van Christus deze oprechte volksdevotie.
Als je er even blijft, voel je dat dit geen gewone kerk is. Koningen liggen er begraven. Het is een heiligdom, een Georgisch orthodox schrijn.


Buiten aan de deur van de kathedraal zit een vrouw die een slachtoffer is van het slaap- en kalmeringsmiddel Softenon, dat in de jaren vijftig voor ernstige afwijkingen zorgde bij pasgeborenen. Ze beheert met haar korte armstompen een zak met sjaaltjes. Want geen vrouw mag de kathedraal binnen zonder hoofddoek. De mannen moeten geen sjaaltje op hun schrobber dragen, integendeel: petten, hoeden en baseballcaps moeten af.
A bad trip
Niet dat ik me pas aan de verdovende middelen heb gewaagd, bier en wijn reken ik daar gemakshalve niet bij, maar de nachthengst die ik onlangs te verwerken kreeg, had toch veel weg van een door LSD geïnstigeerd uitje.
Ik probeer de zaken chronologisch, duidelijk, historisch verantwoord én geografisch correct weer te geven. Mochten er toch links en rechts foutjes in geslopen zijn, dan ligt de fout bij Musa die met zijn onuitstaanbaar gekrakeel over Sidonie en haar twaalf apostelen, een in de Kaukasus bekendere variant op Weeuwsnitje en de deven Zwergjes, mijn poging tot reconstructie danig wist te verstoren.
Ik ging, gezeten in onze prachtige Yugo, een pint drinken met ons Chrisje in het Pera Palace Hotel in Noorderwijk en werd daar bediend door Johan Stremitzer die in zijn jeugd nog een verhouding had met een zekere Puma, een ravissante advocate die op haar beurt later nog een jobke vond als ijsjesgoochelaar, nadat ze betrapt werd op gesjoemel met internationale, vooral Belgische, facturen.
In dat hotel logeerde ook een zekere Marku wiens overgrootvader nog bij de troepen van Atatürk had gevochten, maar die pijnlijk en onherstelbaar werd verslagen door 10 000 Griekse huursoldaten. Hij was zeer vriendelijk tot de met een fez getooide Svaneet Achille Murat, deejay met dienst, een plaat opzette met walvissenmuziek uit Zugdidi. Iemand riep nog:”Zet die ploat af!’ Je zou voor minder overschakelen op de privézender van Hotel Electra waar ze uitsluitend muziek van Ingeborg draaien.
Maar kom, net als onze gemotoriseerde vrienden moeten we verder met ons relaas. Hoe we van Noorderwijk over de Zagar Pas (btw. geen identiteitskaart), en via de Karuldi Lakes in het mondaine Batumi terechtkwamen mag een enigma van de bovenste plank genoemd worden. Swat, we verbleven er in het Behrampasa Hotel, waar we klinkende ambras kregen met Emrullah Akkurt, een voorheen nochtans zeer minzame flik uit Alexandroupolis.
Badend in het zweet werden we vervolgens wakker in het kasteel van Abgar (later in het Antwerps verbasterd tot ‘napsjaar’, stommerik) die ons overlaadde met karcho uit Tsataan, forel uit Brixen, liters Saperavi uit Westel en dat alles nogmaals overgoten door een fles Moët et Chandon uit het naburige Albanië. En toen gebeurde het onvermijdelijke…
Plots openden zich de hemelsluizen van ‘De Wolk’ en werd ik wakker met een kop als had ik dagen met Willy Naessens (die van de Mercedessen) geboemeld in Tsageri, een plaatsje bekend voor zijn boemelaars. Ook buitenlanders kennen dat estaminet.
Nog veel reisplezier en blijf gezond!
De mensheid is op één of andere manier gebonden aan rituelen, welke dan ook. Respect voor elkaars denkwijze is de leidraad voor de reiziger naar verre oorden. Jullie doen dat goed. 👍
Stella… Probeer niet aan de Zalm te denken.